Heiligverklaring

De Heiligverklaring

Franken en Friezen

658 - 739 N.C

Willibrord leefde in een rumoerige periode. De (christelijke) Franken dringen vanuit het zuiden op. Ten noorden van de Rijn ligt het rijk van de (heidense) Friezen. In 696 verslaan de Franken de Friezen in de Slag bij Dorestad (Wijk bij Duurstede). Maar de Friese koning Radboud (niet die uit 340 N.C.) is niet verslagen. Integendeel: hij weigert zich tot het christendom te bekeren en zint op wraak. Op miraculeuze wijze veranderen de Friezen toch van gedachten.

Willibrord

rond 700 N.C.

Zo rond het jaar 700, kwam Willibrord, de eerste bisschop van Utrecht, aan in Rhene toen hij op doorreis naar Keulen was. Men vertelde hem van de wonderen die sinds de dood van Cunera bij haar graf geschiedden. Niet alleen konden doven weer horen, blinden weer zien en kreupelen weer lopen en nog veel meer. Aan de 'mirakelen' kwam maar geen einde. Willibrord was zeer onder de indruk en beloofde op de terugreis langs te komen. Op de terugreis kwam Willibrord tijdens een hevige storm op de Rijn in de problemen. Hij bad God om hulp en de storm ging even plotseling liggen als dat deze gekomen was. Willibrord kwam erachter dat hij bij Rhenen voer. Door het bijna-schipbreukverhaal, de wurging van Cunera en het wonder met de paarden ontstond er een bijzondere relatie tussen Cunera en mensen die iets soortgelijks meemaakten. Uiteindelijk werd Sinte Cunera de patrones (beschermheilige) tegen keelaandoeningen, veeziekten (voornamelijk paarden) en bij verdrinking.

Twee gedenkdagen

Een plekje op de heiligenkalender

De Utrechtse Bisschop Willibrord hoort er van en laat Cunera’s gebeente opgraven. Ze wordt omstreeks 700 (ruim 360 jaar na de moord) bijgezet in de Petruskerk in Rhenen. Willibrord stelde twee gedenkdagen in: 28 oktober, de dag van haar lijden en sterven en 12 juni, de dag van haar heiligverklaring.

Cuneratoren- en kerk

rond 15e en 16e eeuw

Haar legende verschijnt acht eeuwen later (1515) in gedrukte vorm. Dat boekje verschijnt in de nadagen van de Cunerabedevaarten. Met het geld van pelgrims zijn de toren en kerk in Rhenen gebouwd.

Volksverhaal

De heiligenkalender

Speelde de Cuneralegende een rol bij de bekering van de Friezen? Wie zal het zeggen. Maar Willibrord voelde zich vast gesterkt door het volksverhaal over een martelares met ‘christelijke’ deugden. En het kwam hem vast goed uit dat Cunera leefde in de heidense streken ten noorden van de Rijn: een christelijk bruggenhoofd op heidense grond.

Hoe het ook zij, feit is dat de bisschop Cunera verheft tot plaatselijke heilige. Ze krijgt een plek op de heiligenkalender (12 juni = Cuneradag). Ze wordt daar eeuwen later door de kerk weer afgehaald. Kennelijk is ook de Rome er niet zeker van of Cunera echt heeft bestaan.

Lees meer over Cunera en op welke manieren Rhenenaren haar eren.